U bent hier
Deinze krijgt 2.114.816 euro van Vlaanderen voor de herinrichting van de stationsomgeving.
Het doel van het project is om de stationsomgeving van Deinze te ontwikkelen als een multimodaal, duurzaam vervoersknooppunt. De wagen ruimt plaats voor de fiets, en het station krijgt een centrale rol in het fietsnetwerk van Deinze. Deze transitie, in stroomversnelling gebracht tijdens corona, moet tevens de leefbaarheid en het verblijfskarakter van de stationsbuurt ten goede komen. De stationsbuurt moet zo een omgeving worden voor goed wonen voor al de Deinzenaars die de wagen inruilen voor de fiets en hoogwaardig openbaar vervoer.
Deze transitie moet ook nieuwe kansen bieden voor nieuw ondernemerschap in de buurt. Vrijstaande handelspanden worden door Deinze opgekocht. Dit moet de stad in staat stellen om een regierol op te nemen in de strategische herontwikkeling van de stationswijk. Tevens wordt aan ontwikkelaars opgelegd om op strategische hoekpercelen ruimte te vrijwaren voor handelspanden en ondernemerschap. De aantrekkelijkheid van deze nieuwe functies moet verder belicht en uitgespeeld worden door een nieuwe, groenere aanleg van het publiek domein.
De stationsomgeving van Deinze transformeert zo van een transitzone voor wagens naar een centrale plek in de stad, met nieuw potentieel voor stedelijk wonen en zacht vervoer, nieuw ondernemerschap en publieke ruimte die de verblijfskwaliteit en potentieel voor ontmoeting van de wijk ten goede komt.
N-VA gemeenteraadsraadslid Bart Vermaercke: “De projectsubsidies in het kader van de oproep Veerkrachtige steden na Corona richten zich tot projecten met een combinatie van investeringen met eventueel daaraan gekoppelde werkingsmiddelen, die bijdragen aan de economische heropleving en innovatie, een kwaliteitsvollere publieke ruimte en versterkte sociale relaties en welbevinden, in die buurten, wijken of stadsdelen waar uitdagingen maar ook kansen zich naar aanleiding van de coronapandemie scherper stellen of juist meer zichtbaar zijn geworden. De projectsubsidies worden ingezet voor investeringen in infrastructuur, met aanvullend in een opstartende fase werkings- en personeelskosten. De subsidie geeft Deinze de kans om de hele stationsopgeving op te waarderen.”